Onder de 35 jaar wil 46 procent van de starters een woning kopen
Van de huishoudens onder de 35 jaar met verhuisplannen binnen twee jaar wil 46 procent liever een huis kopen. Vooral huurders uit de particuliere sector willen graag een woning kopen, aldus het economisch bureau van de Rabobank in het Kwartaalbericht Woningmarkt.
Meer dan 70 procent van de jong volwassen huurders uit de vrije sector wil een huis kopen. Dit is meer dan de afgelopen jaren, gemeten vanaf 2006. De prijs van een vrijstaande woning begon in 2018 met 710 euro per maand.
Het percentage jongere huurders in de sociale sector (ongeveer 46 procent) en woningzoekenden (ongeveer 39 procent) is hoger dan in 2012 en 2015, maar nog steeds iets lager dan in 2009 en 2006.
“Ze zijn te rijk voor sociale woningbouw, maar te arm voor een huis in de vrije huursector”, aldus Carola de Groot, woningmarkteconoom van de Rabobank. Voor mensen onder de 35 jaar zou een koopwoning daarom aantrekkelijker zijn, stelt ze. “De hoge aankoopprijzen lijken hen dus niet af te schrikken.
Volgens het kwartaalverslag zal de stijging van de huizenprijzen zich in 2019 voortzetten, maar zal deze vertragen. De prijzen zullen naar verwachting nog eens met 6 procent stijgen, waarna de afvlakking zich in 2020 zal voortzetten.
Grootste kans op een hypotheek is in Zuid-Holland
In de provincie Utrecht bedraagt de gemiddelde verkoopprijs van een huis 260.000 euro en kunnen jongeren maximaal 225.000 euro lenen. Zij moeten dus hun eigen geld investeren om een duurder huis te kunnen kopen.
Dit verschil is het grootst in Noord-Holland, waar potentiële starters slechts 58 procent van de gemiddelde verkoopprijs kunnen lenen. In Groningen en Limburg ligt dat percentage rond de 70 procent, in Zuid-Holland zelfs rond de 74 procent. Dat laatste komt ook door de relatief lage verkoopprijs en de hoge inkomens.
Of mensen onder de 35 jaar al dan niet in staat zullen zijn om te kopen is dus onzeker. De Groot: “Als we de gemiddelde verkoopprijs confronteren met de gemiddelde maximale hypotheek die potentiële kopers kunnen krijgen, blijkt dat het moeilijk is om de gemiddelde verkoopprijs in alle provincies te betalen.
20 procent vindt het een goede tijd voor een koopwoning
Bovendien is het vertrouwen in de woningmarkt voor het eerst in meer dan vier jaar weer negatief. Op dit moment vinden slechts twee op de tien mensen het een goed of zeer goed moment om te kopen. In het tweede kwartaal van 2016 was dit nog steeds zes op de tien.
