Vermogen van 65-plussers fors gestegen

In twintig jaar is het vermogen van 65-plussers gestegen van gemiddeld 22.000 euro (1995) naar 86.500 euro (2015). Het vermogen van deze groep is in 2015 vijf keer hoger dan dat van de gemiddelde huishouden (17.300 euro). Twintig jaar geleden was dit nog omgekeerd. Toen was het vermogen van de gemiddelde huishouden wat hoger dan dat van de ouderen. Dit blijkt uit de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat dinsdag is gepubliceerd.

Het toegenomen vermogen is mede te danken aan het eigen woningbezit. Het gebeurt steeds vaker dat 65-plussers een huis in het bezit hebben met overwaarde.

Babyboomers

De ouderen die geboren zijn tussen 1945 en 1950, de babyboomers, konden in de jaren zestig en zeventig de woningmarkt op en, dankzij de groeiende welvaart, een eigen huis kopen.

“Babyboomers hebben als geen andere groep geprofiteerd van het naoorlogse economisch herstel in Nederland”, aldus hoofdeconoom bij CBS, Van Mulligen. “Nog nooit hebben 65-plussers het zo goed gehad als nu. Tegelijkertijd is de armoede onder deze groep historisch laag”

De meeste 65-plushuishoudens hebben zelfs hun eigen woning al helemaal afbetaald.

Afname armoede

Het risico op armoede voor 65-plussers is in de twintig jaar afgenomen. Door de economische crisis was vanaf 2009 de groep ouderen met een laag inkomen groot. Die trend stopte in 2014.

De daling van het armoederisico kwam vooral door de reële verhoging van de AOW-uitkering.  “Hierdoor zijn ook de huishoudens met alleen kale AOW boven de lage-inkomensgrens terecht gekomen”, aldus het CBS.

Ook de invoering van de ouderenkorting in 2001 en het aanvullend pensioen zorgde, volgens het CBS, ook voor minder risico op armoede.

Koopkracht 65-plussers

Volgens het CBS is de koopkracht van ouderen tussen 1995 en 2009 bijna ieder jaar gestegen. Echter was dit wel iets minder dan de gemiddelde bevolking. Dit is ook begrijpelijk.  “Als je werkt, maak je carrière en heb je meer kans op loonsverhoging. Dat kan heel hard gaan. Dat wordt na je vijftigste steeds iets minder en zodra je met pensioen gaat, lever je inkomen in.”, zegt Van Mulligen. De pensioenfondsen hebben het bovendien ook lastig gehad door de crisis. Pensioenen kunnen dus niet vaak meestijgen.

In 2015 was er zelfs sprake van koopkrachtverlies, terwijl de rest van de bevolking op vooruit ging.